In Nederland zijn er diverse subsidiemogelijkheden voor ondernemers in wind- en zonne-energie. Dit om duurzame investeringen in de energietransitie en innovatieve ontwikkelingen te versnellen. Zo wil de overheid bijdragen aan het bouwen van een nieuw energiesysteem, het behalen van klimaatdoelen en/of het versterken van de economie.
De SDE++ is de belangrijkste en meest bekende exploitatiesubsidie: zij ondersteunt grootschalige duurzame opwek, geothermie en innovatieve toepassingen zoals waterstof. Ondernemers met innovatieve technieken of businessmodellen kunnen mogelijk terecht bij de DEI+ (Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie) en de MOOI-regeling (Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie), gericht op samenwerkingsverbanden voor systeeminnovaties. Daarnaast zijn er specifiek subsidies gericht op waterstof (OWE), laadpleinen (SPRILA, SPULA) en netcongestie (FLEX-E) (zie tabel onderaan).
Daarnaast zijn er fiscale voordelen via de EIA (Energie-investeringsaftrek) en de MIA/Vamil, die investeringen in duurzame technieken fiscaal aantrekkelijker maken. Of financieringsopties via bijvoorbeeld de ROM’s (Regionale ontwikkelingsmaatschappijen) die kunnen financieren via eigen fondsen. Specifiek voor regionale of kleinschalige projecten bieden provincies en de EU-programma’s (zoals het Just Transition Fund of EFRO) extra kansen.
De belangrijkste kenmerken van subsidies en regelingen op een rijtje:
- EU subsidies hanteren vaak hogere budgetten, terwijl nadelen bestaan uit complexe aanvraagprocedures, lange doorlooptijden en de vereiste om internationale samenwerking aan te gaan met verschillende landen/partijen.
- Nationale subsidies stimuleren duurzame energie en innovatie door investeringskosten te verlagen of zekerheden te geven bij exploitatie (SDE++), en projecten sneller haalbaar te maken. Ze bieden financiële steun, maar kunnen complexe voorwaarden stellen en brengen administratieve lasten met zich mee.
- Regionale subsidies ondersteunen de lokale energietransitie en innovatie, vaak met extra financiële prikkels bovenop landelijke regelingen. Ze zijn aantrekkelijk door maatwerk maar verschillen per regio en beschikken meestal over beperkte budgetten. Vaak kennen regionale subsidies kortere en minder complexe aanvraagtermijnen.
- Financieringsopties bieden ondernemers de mogelijkheid om innovatie projecten te realiseren via leningen. Voordeel is dat je minder eigen kapitaal nodig hebt en sneller kunt opschalen. Nadeel van financieringsopties zijn rentekosten en de soms strikte voorwaarden of gevraagde zekerheden.
Voor ondernemers die meer uit hun bestaande wind-, zonne-, batterijpark willen halen of de impact van netcongestie willen verminderen, geven we een beknopt overzicht van potentiële passende subsidies:
Onderwerp | Regio | Subsidies |
---|---|---|
Laadinfra | Nationaal | ______________________________________________ SPRILA/SPULA: voor ondernemers die op eigen terrein of juist openbare laadpunten willen aanleggen. Aanvragen t/m 19 december 2025. 20-40% van investeringskosten. Waarschijnlijk komt er in 2026 nieuw budget beschikbaar. ______________________________________________ |
Waterstof | Nationaal | Er lijken in 2026 ook (weer) waterstofsubsidies opengesteld te worden. Mogelijk en nieuwe specifiek gericht op waterstofhubs, en de opvolger van de OWE-2, de OWE-3. Dit is een investerings- en/of exploitatiesubsidie. ______________________________________________ |
Netcongestie | Nationaal / Regionaal | De Flex-E regeling van RVO bestaat uit drie onderdelen die bedrijven helpen om hun elektriciteitsverbruik flexibeler te maken. Onderneming moet > 100 kW aan gecontracteerd vermogen (afname) hebben en in netcongestiegebied liggen. Subsidie voor 50% van kosten voor studies en 35% voor aanschaf. In 2026 komt er ook een nieuw budget beschikbaar.Per provincie of gemeente zijn er vaak subsidies voor oplossingen rond netcongestie, maar de mogelijkheden verschillen sterk per regio. ______________________________________________ |
Innovatie | Nationaal/ Europa | RVO: MOOI en DEI+ zijn grote subsidieregelingen (miljoenen per project) die zich richten op grootschalige innovatie, pilots en kostenverlaging van CO₂-reductie, en vereisen flink voorwerk en vaak een consortium.Europa: Het JTF en EFRO zijn Europese fondsen die regionale ontwikkeling en een rechtvaardige klimaattransitie ondersteunen, waarbij JTF focust op fossiel-afhankelijke regio’s en EFRO op bredere innovatie en duurzaamheid. ______________________________________________ |
Samenvattend: ondernemers in de energietransitie hebben toegang tot diverse subsidies. Door deze regelingen in te zetten en slim te combineren, ontstaan meer kansen voor innovatieve projecten en versterkt de positie van ondernemers in de transitie.
Heb je ideeën of interesse om nieuwe kansen te ontwikkelen en daarvoor een subsidie te benutten? Neem dan contact met Windunie op. Onze subsidiespecialisten kunnen meedenken en samen verkennen we of er eventueel regelingen beschikbaar zijn voor jouw situatie.
Meer informatie: www.windunie.nl