Al eerder zagen we in de cijfers van windstats.nl dat de mijlpaal van 6000 MW eind 2022 was gehaald. Nu blijkt ook uit de nieuwe Monitor Wind op Land 2022 van RVO dat de doelstelling uit het Energieakkoord uit 2013 is gehaald. Wind op land blijft ook na dit jaar groeien, al is er voor een deel van de projecten nog onzekerheid. Jan Vos, voorzitter NWEA: “Wind op land is ontzettend hard nodig om te komen tot een CO2-vrij elektriciteitssysteem. De komende jaren zullen we ook wind op land verder uitbouwen om Nederland klaar te maken voor de toekomst.”
Uit de nieuwe monitor blijkt dat er eind 2022 in Nederland 6045 megawatt (MW) aan windvermogen op land stond. Daarmee is de landelijke doelstelling van 6000 MW dus gehaald. In het Energieakkoord was afgesproken om het doel van 6.000 MW in 2020 te behalen, maar in 2017 werd duidelijk dat dit niet ging lukken. Er zijn toen aanvullende afspraken gemaakt voor de periode tot 2023. Deze aanvullende afspraken worden het versnellingspakket genoemd. Inmiddels is aan de originele doelstelling van 6000 MW én de aanvullende afspraken voldaan.
Verdere toename, maar ook onzekerheid
Op dit moment staan er verschillende windprojecten op land gepland. RVO verwacht dat het windenergievermogen in 2023 met 835 MW toeneemt. Daarnaast zitten er projecten in de pijplijn die pas na 2023 gerealiseerd kunnen worden. Deze kunnen nog eens meer dan 1000 MW aan het potentieel toevoegen. Deze plannen zijn helaas nog onzeker. Bij de ontwikkeling van een windpark kunnen verschillende factoren een rol spelen die voor vertraging kunnen zorgen, denk aan radarverstoring, lokale zorgen en de levertijden van windturbines. Vos: “Helaas is van een deel van die projecten nog niet zeker of deze er echt komen en wanneer. Zo heeft de uitspraak in het Nevele-arrest moment een grote invloed op de planning van nieuwe windprojecten. Wij roepen het Rijk op om haast te maken met de nieuwe landelijke werkbare normering.”
Grote verschillen tussen provincies
De nationale doelstelling is gehaald: 100,8% van de doelstelling (6.045 MW) was eind 2022 operationeel. Het beeld per provincie verschilt enorm. Zo hebben de provincies Noord-Holland en Friesland hun provinciale doelstelling voor 2020 al gehaald. In 2022 hebben ook Flevoland, Zeeland, Limburg en Gelderland deze gehaald. In de provincies Zuid-Holland en Overijssel is de doelstelling nog niet gehaald, maar wel binnen handbereik. De overige provincies hebben de provinciale doelstelling ook voor 2023 nog niet binnen handbereik.
Volgende stap: doelstellingen Klimaatakkoord halen
Het Klimaatakkoord verving in 2019 het Energieakkoord uit 2013. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat we in Nederland in 2030 op land minimaal 35 terrawattuur (TWh) aan duurzame elektriciteit opwekken met grootschalige zonne- en windenergieprojecten. De doelstelling van 6.000 MW uit het Energieakkoord maakt daar deel van uit. Met het windvermogen eind 2022 van 6.045 MW is het verwachte aandeel 17,9 TWh aan energieproductie bij een gemiddeld windjaar.
Vos: “Er is nog steeds een forse toename van wind op land nodig. Snelle uitspraken, goede onderzoeken en betere processen gaan ons daarbij helpen. Wij hebben er alle vertrouwen in dat we ook voor wind op land de doelstellingen voor het Klimaatakkoord gaan halen. Tegelijk is de potentie veel groter, voor een duurzame energievoorziening is het noodzakelijk dat de RESsen snel met concrete plannen komen, zodat we veel wind op landprojecten kunnen realiseren.”