De energietransitie en het klimaatbeleid zijn op een punt aangekomen waarop knopen doorgehakt moeten worden. We hebben nog maar een paar jaar om onze klimaatdoelen te halen. Dit vereist dat gemeenten nu moeilijke keuzes maken over windenergie op land, zodat we in 2030 55% minder CO2-uitstoot hebben bereikt. Als klimaatverandering in het huidige tempo doorgaat, kan tegen het einde van de eeuw de helft van Nederland onder water staan, en dat raakt ons allemaal.
We moeten af van het idee dat we de afspraken in het Klimaatakkoord kunnen behalen met alleen zoekgebieden voor zonne-energie of wind op zee. Windenergie op land is essentieel, onder andere om de balans op het elektriciteitsnet te behouden en de kosten voor transport te beperken. Helaas zijn de plannen voor windparken vaak onderhevig aan protesten en zorgen van omwonenden. Deze zorgen richten zich voornamelijk op de locatie van de molens (horizonvervuiling of slagschaduw), geluidshinder, gezondheid en biodiversiteit, zoals schade aan vogels.
Bij grootschalige opwekking van hernieuwbare energie is samenwerking cruciaal. Het Klimaatakkoord stelt dat gestreefd moet worden naar 50 procent lokaal eigendom. Ik pleit voor het verplicht stellen hiervan. Bewoners en bedrijven worden zo medeverantwoordelijk voor een toekomstbestendige inrichting van hun leefomgeving. De baten van een windproject vloeien daarmee terug naar de lokale gemeenschap, wat het draagvlak ten goede komt en kansen biedt voor andere opgaven, zoals de landbouwtransitie en verduurzaming van woningen en bedrijven.
Daarom roep ik gemeenten op om actief de straat op te gaan en voldoende tijd en aandacht te investeren in het betrekken van inwoners. Korte en incidentele projecten om bewoners te informeren over energieplannen zijn niet voldoende. Inwoners moeten ook vragen kunnen stellen om te begrijpen wat de energietransitie inhoudt en hoe zij daaraan kunnen bijdragen.
Betrek hierbij ook de generatie van de toekomst, want jongeren (12-35 jaar) zijn vaak ondervertegenwoordigd. Uit landelijk en regionaal onderzoek blijkt dat zij betrokken willen worden bij dit proces en over het algemeen positief zijn over zonne- en windenergie*. Jongeren zullen de gevolgen van de huidige besluiten voelen. Zorg ervoor dat jongeren meepraten! Dit kan op een aantal manieren:
- Benoem een jongerenambassadeur. Hij of zij kan op scholen met jongeren het gesprek aangaan en zijn of haar bevindingen delen met de gemeenteraad.
- Als een gemeente ervoor kiest om een burgerberaad in te stellen als adviesorgaan, kies ervoor om ten minste 40% van de deelnemers jonger dan 35 jaar te laten zijn.
- Pas de manier van communiceren aan. Jongeren worden momenteel onvoldoende bereikt. Dit komt mede door de manier van communicatie, deze sluit niet aan bij de doelgroep. Stel een strategie rondom participatie op en maak duidelijk wat met welke input wordt gedaan.
- Vraag jongeren om mee te denken over lokale knelpunten; hierdoor zijn ze meer betrokken en het kan leiden tot nieuwe inzichten (aan beide kanten) en concrete creatieve oplossingen.
Ik ben Duco Bijleveld en ik zet mij in voor mijn toekomst, omdat toekomstige generaties ook het recht hebben op een leefbare aarde. Dit doe ik bij Windunie als projectleider, omdat we door het realiseren van duurzame energieprojecten een positieve bijdrage leveren aan onze toekomst en de leefbaarheid daarvan.
* I&O research heeft een enquête uitgezet waaraan zo’n 8.000 jongeren hebben meegedaan. Resultaten van dit onderzoek zijn hier te vinden.