SDE++ ronde 2025
Op vrijdag 21 februari heeft het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) bekendgemaakt dat de SDE++ ronde voor 2025 opengesteld zal worden van 7 oktober tot en met 8 november, met een budget van 8 miljard euro.
Onzekerheid over budget SDE++ openstellingsronde 2026
In de kamerbrief heeft Minister Hermans aangegeven dat er op dit moment onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor een SDE++ openstelling in 2026. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat het PBL verwacht dat de energie- en CO2-prijzen de komende jaren fors zullen dalen, waardoor de SDE++ kasuitgaven toenemen. Tegelijkertijd heeft de coalitie in het coalitieakkoord de prijsrisicobuffer verlaagd, wat bedoeld is om verhoogde kasuitgaven door de dalende elektriciteitsprijzen op te vangen. Deze buffer was 40%, maar is vorig jaar verlaagd naar 10%, waardoor ze nu in de knel komen met de financiële middelen. Voor de zomer zal het kabinet de Kamer informeren over de mogelijkheden voor een openstelling in 2026.
NedZero is zeer kritisch op deze boodschap. De SDE++ is het werkpaard van de energietransitie en er ontstaat nu veel onzekerheid bij bedrijven, gemeentes en provincies over de voortgang van duurzame energieprojecten. Wij hebben vrijdag, samen met Holland Solar, een eerste reactie geplaatst, die hier terug te vinden is. De komende tijd gaan wij voor jullie hard aan de slag om hier zo snel mogelijk duidelijkheid over te krijgen.
De SDE++ ronde van 2025
De SDE++ wordt in 2025 wel opengesteld. Voor wind zijn er weinig benoemingswaardige wijzigingen, op één uitzondering na. Voor de categorie wind met de hoogste windsnelheid (wind ≥ 8,5 meter per seconde) geldt dat deze wordt samengevoegd met de categorie wind ≥ 8 meter per seconde, omdat er voor de hogere windsnelheid geen projecten worden verwacht. Hierdoor is het risico op overstimulering (wind categorie ≥ 8 m/s kent een hoger basisbedrag) klein.
Oplossingsrichtingen aantal negatieve prijs-uren
Het aantal uren met negatieve elektriciteitsprijzen neemt in rap tempo toe. Momenteel heeft deze ontwikkeling de grootste negatieve impact op de zonne-energiesector, omdat de negatieve prijs-uren grotendeels plaatsvinden in de lente- en zomermaanden met veel zon. Over een paar jaar kan wind hier ook meer last van krijgen, vooral als de grotere windparken op zee online komen. PBL en KGG hebben hier aandacht voor en overwegen drie opties:
- De situatie behouden zoals deze nu is
- Het opnemen van een correctiefactor in het correctiebedrag die rekening houdt met de uren met een negatieve elektriciteitsprijs
- Een beperkte verlaging van het aantal vollasturen in de basisbedragen in combinatie met ruimere mogelijkheden voor banking (het in een later jaar inhalen van lagere productie)
Het kabinet schrijft in de Kamerbrief dat optie 2 (de correctiefactor) de meest effectieve oplossing is en deze verder wil verkennen. Dit zal alleen worden toegepast op nieuw af te geven subsidiebeschikkingen.